kruisweg: statie 14 (einde)

Jezus wordt in een nieuw graf gelegd

De graankorrel in de aarde

Men ruimt iemand uit de weg:
dit is de triomf van het ongezond vetstand.
Men verwijst hem naar het graf der rustige
vergetelheid en dekt zijn leven toe.

Mens vergeten.
Gevaar geweken.

“Maar toen zijn lichaam stierf,
begon zijn Geest te 1even!”
schrijft Petrus later.

Onze Vader. wees gegroet. ,

V. Ontferm U over ons, Heer, ontferm U over ons

A. O God, wees ons zondaars genadig.

Lied:

Lam Gods, Gij wildet sterven,
uws Vaders liefde derven,
in eindeloze pijn;
Gij sloegt op ons uw ogen
in god’lijk mededogen
an wilde onz’ Verlosser zijn _
Lam Gods, nimmer volprezen,
leer ons de zonde vrezen,
waarvoor Gij stierf aan ’t kruis;
wilt Gij ons eenmaal geven
het onvergank’lijk leven
bij U in’t hemels Vaderhuis.

Vol verwachting herdenken

Als je op een begraafplaats komt word je vanzelf stil.
Je gaat zachter praten en zachtjes lopen. Alsof je de
rust niet wilt verstoren, die daar heerst. Je kijkt op
de grafstenen en ziet namen van mensen die kort of lang
geleden zijn gestorven. Als er mensen zijn die je zelf
hebt gekend, komen soms de herinneringen weer boven en
soms ook het verlangen om ze weer te zien.

Vaak staat er op een grafsteen geschreven: Rust in vrede.
Soms ook: Tot ziens…

‘Tot ziens…’ is het gebaar waarmee Jezus’ nabestaanden
Hem in het graf leggen. Ze kunnen ook niet geloven dat
Hij voorgoed van hen is weggegaan. Is de liefde die Hij
hun heeft laten zien met heel zijn hart niet sterker dan
alles wat mensen uit elkaar drijft, sterker zelfs dan
de dood…?

Nog eerder dan ze dachten zullen ze dat zelf ondervinden…

gebed:

Jezus, .
Uw graf was voor U geen laatste rustplaats. De dood kon U
niet vasthouden. Uw liefde voor de Vader en voor ons was te
sterk.
Wij vragen U:
Zelfs waar de dood ons overvalt en ons in zijn greep houdt:
last de liefde in ons hart niet sterven. Geef dat tenmlnste
Uw liefde ons ten leven wekt als nieuw vuur ontstoken in de
donkere nacht om nooit meer uit te gaan maar alles met zijn
gloed te verwarmen en te verlichten.
Amen.